Zwervend tast het ik in nergens rond & nergens is heelal, een alomtrent & daar waar vroeger nog haar schaduw stond bij mij, geraak ik verder mij ontwend omdat ook zij verdween in mij, absent. Ik zie nog beelden lijf van haar apart maar het licht brandt in elk beeld door tot zwart: het vuur in mij vernietigt de herinnering & dan beklemt de leegte mij zo hard dat ik dat branden wil, vernietiging.